Hoe wendbaar en weerbaar is een internationale accountancy firma? Herinner je nog de fout bij de Oscar uitreiking? De accountant Cullinan trekt de verkeerde envelop en de hele zaal vol celebs in rep en roer. Oorzaak: Hij moest even twitteren, ego gaat voor, nietwaar. Gevolg: einde loopbaan en forse reputatiedeuk voor de hele firma.
Volgens Oxford University behoort het beroep van Cullinan tot de lijst van beroepen die het komend decennium overbodig worden. Het analyseren en beoordelen van cijfers wordt straks door slimme algoritmes gedaan. Er is een nieuwe automatiseringsgolf begonnen. Cijfers vergelijken en beoordelen, voorspellingen, het jaarverslag, er komt straks geen accountant meer aan te pas.
De wiskundige Cal Newport (auteur van Diep Werk) schetst een paradox. Aan de ene kant kunnen we ons steeds moeilijker concentreren omdat we ons voortdurend laten afleiden door onze smartphone en internet en social media, en aan de andere kant verdwijnen er steeds meer beroepen en wordt ‘’diep werk’’, waar concentratie voor nodig is, schaars maar zeer goed betaald. Zoals goeie data-analisten, slimme ingenieurs, cybersoldaten, of mensen in creatieve beroepen.
Daarbij wordt diep werk afgewisseld met werken in teamverband. Ben jij daar al op voorbereid?
In het leger weten ze hoe dat moet.
Aan het woord is met kapitein-vlieger Tim, Apachevlieger in Uruzgan. Hij en zijn collega’s komen snel in actie als commando’s vuurcontact met de vijand hebben. Een paar dagen later raken ze betrokken bij een nachtelijke operatie om vijandelijke strijders te pakken te krijgen. Tim weet met zijn sectie te voorkomen dat er een dodelijke hinderlaag voor grondtroepen wordt gelegd.
Commando’s ontzetten
‘We zouden een eenheid van het KCT, het Korps Commando Troepen, ondersteunen door preventief in de buurt rond te hangen. Maar bij aankomst bij de vallei zagen we ineens Nederlandse jeeps wegstuiven, alle kanten op. Tegelijk zagen we flitsen komen vanuit een begroeid, iets hoger gelegen terrein. We combineerden de gebeurtenissen snel en besloten meteen in actie te komen en op de bosrand te vuren. Direct, zonder overleg met onze commandant, want er konden slachtoffers vallen bij onze commando’s. En we kenden hun posities. In dit geval hadden we dus geen communicatie nodig om in actie te komen.’
Al voordat we op de locatie aankwamen, konden we op onze Multi Purpose Displays zien dat onze collega’s van de infanterie goed in de shit zaten.
Een hinderlaag verijdelen
‘Een paar weken later kwamen we ’s nachts in actie. Om 01.20 uur kregen we de opdracht om naar de Baluchivallei te vliegen, omdat daar een eenheid van ons in een hinderlaag was gelopen. Er was nauwelijks tijd voor een briefing. Wat je ertegen gaat doen, bedenk je onderweg. Het radiocontact was minimaal. Wel kregen we door dat vanaf Kandahar twee F-18 ‘s waren opgestegen. Dat gebeurde omdat het regionale commando in zo’n geval wat beschikbaar is de lucht in stuurt. En als de situatie nijpend is, komen de eersten die ter plaatse zijn meteen in actie.
Al voordat we op de locatie aankwamen, konden we op onze Multi Purpose Displays zien dat onze collega’s van de infanterie goed in de shit zaten. Via de Tactical Air Controller in de eenheid hoorden we dat ze vanaf drie posities onder vuur lagen. Er waren nog geen slachtoffers gevallen, maar het werd ze erg heet onder de voeten. Aan alle kanten waren ze gebonden door vijandelijk vuur. Omdat het nacht was, was het moeilijk om je te oriënteren en te kunnen beoordelen waar de vijand zat.
Toch slaagde een eenheid erin de posities zodanig te bepalen dat de F-18’s, die er eerder waren dan wij, adequaat konden ingrijpen. Na een paar korte acties was de vijand stil. Wij waren als Apachesectie dus eigenlijk klaar. Meestal blijven we in zo’n geval in de buurt en verkennen en scannen we de omgeving met onze geavanceerde apparatuur. Nu wisten we in grote lijnen hoe onze infanterie zou optreden. De vorige dag zat ik bij een briefing over de operatie.’
Uit de schuilplaats lokken
‘De opdracht van de infanterie was om die vallei in te gaan en de vijand uit hun schuilplaatsen te lokken, zodat ze tijdens hun ontsnappingspoging richting het einde van de vallei gearresteerd zouden kunnen worden. Aan het einde van de vallei lag een neveneenheid in stelling, een soort slot op de vallei, te wachten om de vijand op te vangen. Dus we gingen de route verkennen waarlangs onze eenheid logischerwijs de manoeuvre zou voortzetten. Onderweg naar een opening in de bergrug lagen twee dorpjes. Ik gaf mijn wing (de tweede kist; een Apachesectie bestaat uit twee kisten die samen een flight vormen) de opdracht om het kleine dorp en de weg te scannen. Zelf nam ik het grotere dorp voor mijn rekening.’
Afluisteren
‘Intussen was de icom, de afgeluisterde communicatie van de vijand, niet van de lucht. Niet zo vreemd natuurlijk, want de vijand wilde er alles aan doen om te voorkomen dat onze grondtroepen verder zouden oprukken. Van de tolk bij de grondtroepen hoorden we dat ze een nieuwe hinderlaag wilden gaan leggen. Direct gingen bij ons de radertjes draaien. Geprojecteerd tegen de achtergrond van ons brein zagen we een beeld van het gebied. Wáár zouden ze die hinderlaag kunnen leggen?
We hadden een idee. Behoedzaam scanden we wegen en dorpen op weg naar de volgens ons kritische opening in de bergrug, een zwakke plek in de beweging van onze infanterie. Ineens floepte een warmtebeeld op in mijn scherm. Het bleek de motor te zijn van een blijkbaar net stilstaande brommer. Inzoomend met infrarood zag ik een vent bellen. Wat deed die kerel daar in het midden van de nacht? Het was hier immers bepaald geen druk uitgaansgebied.
Intussen chatte allerlei icom vrolijk verder. Zo kregen we door dat de man met de brommer in contact stond met de strijders die de hinderlaag hadden gelegd. Wat zou hij in zijn schild voeren? We volgden hem naar het volgende grotere dorp. Toen we daar even bleven rondhangen, zagen we een groep kerels samenkomen en overleggen. We bevonden ons dan wel op grote afstand van hen, maar toch zouden ze onze helikopters kunnen horen.
Vijand in de val gelopen
‘We hadden sterk het vermoeden dat zij bezig waren die nieuwe hinderlaag te plannen. Maar als we hen zouden willen grijpen, moesten we een PID hebben [Positive Identification: een voorwaarde om een veronderstelde vijand te kunnen uitschakelen; de veronderstelde vijand wordt een vastgestelde vijand]. Dat vereisen onze ROE [Rules of Engagement: enkele regels die omschrijven in welke situaties het gevecht mag worden aangegaan]. Die regels staan alleen het gebruik van geweld toe als je bijvoorbeeld absoluut zeker weet dat het een strijder is die onze troepen aanvalt of van plan is om die aan te vallen. Dat laatste is heel moeilijk te bewijzen.
Vanaf dat moment was het dan ook een kwestie van seconden voordat we deze dodelijke groep konden uitschakelen, zodat we onze collega’s op de grond een zekere tweede hinderlaag konden besparen.
Ineens kregen we door dat de stem van de man op de brommer tussen de stemmen van de vergadering zat. Dat betekende dat we via de eerste schakel (de planners van de eerste hinderlaag in contact met man met brommer) nu een tweede schakel hadden die leidde naar een groep die een tweede hinderlaag beraamde. Om die PID te kunnen krijgen, bedachten we een list. Vanuit het niets vlogen we over de groep heen en schoten we enkele lichtkogels af. Direct daarop was het weer een drukte van belang op de icom. Ze zeiden dat ze door Apaches werden belaagd en zichtdekking moesten zoeken. We wisten nu dus zeker wat deze groep in zijn schild voerde! Vanaf dat moment was het dan ook een kwestie van seconden voordat we deze dodelijke groep konden uitschakelen, zodat we onze collega’s op de grond een zekere tweede hinderlaag konden besparen. Bovendien kon de missie worden voortgezet. Later bleek die een succes te zijn geworden.’
Wat gebeurt hier met focus, concentratie en denken? Over mentale modellen.
De Apachebemanning kan mentale modellen op elkaar afstemmen. Hieronder wordt beschreven hoe zich dat voltrekt en welke modellen dat zijn. Mentale modellen zijn niet feilloos, altijd moet nog een check plaatsvinden. Dat gebeurt met een vorm van kritisch denken als ‘controlelaag’.
Hoe ontstaan mentale modellen en hoe werkt dat afstemmen? De basis hiervan is de autonoom denkende militair. Daarop wordt een laag gelegd van de oefeningen en trainingen van de basisopleiding. Dan volgt een laag van de trainingen met vorige teams, zowel in voortgezette trainingen en oefeningen als in echte operaties. Tenslotte volgen de trainingen met het team waarin de militair zich nu bevindt. Teams buiten de krijgsmacht brengen niet zo veel tijd met elkaar door. Dat zouden ze eigenlijk wel moeten doen, omdat de diversiteit aan achtergronden van teamleden daar groter is. Mentale modellen lopen er meer uiteen. Omdat besluitvorming steeds vaker een zaak van teams is, en er ook lang niet voldoende tijd is om eindeloos te blijven vergaderen, zijn goed op elkaar afgestemde mentale modellen van groot belang.
Intuïtie en ratio
We gebruiken dus een mentaal model om een besluit te nemen. De overheersende opvatting is dat een rationele wijze van besluitvorming de voorkeur verdient boven een meer intuïtieve wijze van besluitvorming. Toch leert de mens van eerdere gebeurtenissen. Als hij dus iets herkent, kan hij daar toch van uitgaan in plaats van alles rationeel te moeten afwegen?
De besluitvorming ‘onder druk’ in het leger is in de Verenigde Staten uitgebreid onderzocht. .[1] (Cohen et al. )In tegenstelling tot de algemene gedachte, is het niet zo dat Officieren eerst op een rationele manier opties met elkaar vergelijken voordat ze een besluit nemen. . Ze nemen allerlei elementen waar waarmee ze patronen uit eerdere gebeurtenissen herkennen. Ze herkennen bijvoorbeeld bepaalde posities en bewegingen van de vijand, overzien het terrein, en zo bedenken ze een actie van eigen troepen. Deze zetten ze om in slechts één bedacht actiescript, er zijn dus niet verschillende opties. Dat script draaien ze af tegen de achtergrond van een mentale simulatie, gebaseerd op ervaring en training. Als die interne film goed afloopt, besluiten ze tot die actie. Werkt die niet, dan passen ze het actiescript aan, totdat ze een werkende oplossing vinden.
Onze intuïtie is geholpen met patroonherkenning. En de ratio helpt ons om te analyseren of onze intuïtieve ‘eerste oplossing’ wel echt op de situatie van toepassing is. Leren door herkenning (recognitional learning) stelt de mens (en dieren) in staat te ontsnappen aan de snelheidsbeperking van natuurlijke selectie, die slechts zeer traag verbeteringen van zich repeterende situaties in responsgedrag laat overerven. Herkenning zorgt voor een aanpassing aan bepaalde veranderingen binnen één enkel leven. Leren door herkenning vraagt om veel ervaring opdoen op één specifiek gebied.
Dit werkt als volgt. Over het mentale model wordt een soort controlelaag gelegd. Deze laag bestaat uit enkele reflectievragen, die de beslisser of het team zichzelf bewust stelt. Dit is weergegeven in het model in figuur 5.1. Dat is opgesteld na onderzoek bij het Amerikaanse leger en wordt gebruikt in trainingen voor besluitvorming en tactiek (Cohen, 2000-2).
Figuur 5.1 Check het mentale model: kritisch denken op het slagveld
Kritisch denken
Militairen moeten onder grote tijdsdruk en met beperkte informatie beslissingen nemen. De afgelopen jaren zijn daarbij complicerende factoren gekomen, zoals:
- onoverzichtelijke situaties waarin vriend en vijand moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn;
- het risico op ongewenste burgerdoden;
- vechten en wederopbouw tegelijk;
- ingewikkelde wapen- en communicatiesystemen;
- joint (meer krijgsmachtdelen) en combined (meer nationaliteiten) optreden.
Ook worden cruciale beslissingen steeds vaker op een laag niveau genomen, namelijk op het niveau van het team in het veld in plaats van in de centrale commandopost (de luitenant of kapitein in plaats van de generaal). Het bovenste deel van het mentale model in figuur 5.1 geeft de huidige situatie weer, zoals:
- de bedoeling en de capaciteiten van de vijand;
- de tijdsfactoren;
- de betrouwbaarheid van de informatie.
In het onderste deel van het blok mentaal model wordt bliksemsnel een scenario bedacht – direct actie ondernemen of wachten op extra informatie? – en wordt weer de invloed daarvan op de omgeving ingeschat. Samen vormt dit het mentale model. Aan de rechterkant van het mentale model vindt de toetsing ervan plaats, middels kritisch denken (de ratio) om een nog beter beeld van de situatie te krijgen. Eerst de snelproef:
- Is er wel tijd om meer na te denken?
- Hoeveel staat er op het spel?
- Wat zijn de gevolgen als het misgaat?
- Hoeveel onzekere factoren zijn er?
Als er inderdaad meer tijd is om na te denken, volgt een kritische evaluatie van het mentale model. Deze omvat drie punten:
- Zijn er leemten (gaps) die over het hoofd worden gezien? Ontbreekt een schakel in de redenering? Als ik niet zeker weet wat de volgende stap van de vijand is, kan ik dan iets doen om hem te beïnvloeden of uit de tent te lokken om hem te laten bewegen in mijn voordeel?
- Het oproepen van conflicterende richtingen. Zijn mijn voorspellingen echt onderbouwd of wijzen sommige dingen de andere kant uit? Kan ik tegelijk aanvallen op de plek die het meest pijn doet en waar de vijand het zwakst is? Als ik artillerie inzet, offer ik dan misschien het verrassingseffect op?
- De aannames bekritiseren. Zijn aannames – over het weer, het terrein en de wegen – impliciet, te makkelijk? Klopt het dat de vijand meteen in paniek raakt of zal hij juist harder terugvechten? Heb ik mijn reserves niet te optimistisch ingeschat?
Vervolgens wordt de herkenning, de basis van het mentale model, gecorrigeerd. Hiermee nemen de betrouwbaarheid, voorspelbaarheid en validiteit van het mentale model sterk toe.
Dit is diep werk geïntegreerd met intensief teamwork.
[1] Iedereen gebruikt mentale modellen, niet alleen militairen. Het bestaan ervan is voor het eerst geduid door een team onder leiding van een psycholoog (Klein, 1985), die onderzocht hoe militairen beslissingen namen. Dit gegeven is uitgewerkt in het model in de volgende paragraaf. Niet alleen technische vindingen komen uit het leger, maar ook diverse psychologische inzichten en technieken. Zo staan experimenten met het trainen voor schietoefeningen aan de basis van de ontwikkeling van NLP (neurolinguïstisch programmeren).